EEN ANALYSE VAN HET VOORMALIGE GESTAPO HOOFDKANTOOR AAN DE EUTERPESTRAAT 99

De Tweede Wereldoorlog is al een aantal decennia voorbij, desalniettemin zijn er nog veel verwijzingen en sporen te vinden uit deze oorlogsperiode. Zo zijn er veel musea en memorial centrums toegewijd aan de oorlog, het verzet en de slachtoffers. Opvallend hieraan is dat er veel aandacht is voor deze laatste twee groepen en er weinig wordt herinnerd aan de bezetters en de misdadigers van deze periode. Na de oorlog wilde niemand herinnerd worden aan de verschrikkingen van de oorlog. De vraag hierbij is hoe het misdadigers erfgoed van de Gestapo is gepresenteerd in de voormalige Euterpestraat in Amsterdam Zuid (Afbeelding 1 en 2).
TERRORSCAPES
Plaatsen die ons herinneren aan traumatische gebeurtenissen worden ook wel Terroscapes genoemd; oftewel terreur-landschappen. Terrorscapes worden gedefinieerd als “places where terror, political, or state-perpetrated violence has happened or was prepared – seeking to understand both what happened as well as how the space-times of terror are collectively remembered or forgotten” (Van der Laarse, Mazzucchelli, Reijnen, 2014, p. 5).
Er kan op verschillende manieren worden om gegaan met terrorscapes. Vaak is er na de oorlog ervoor gekozen om de gebeurtenissen op die plek weg te stoppen. Wanneer er wordt gekozen om de plek te conserveren kan het worden gezien als dark heritage; erfgoed dat wordt gerelateerd aan de dood, rampen en onheil (Stone & Sharpley, 2008, p.577). Bekende voorbeelden hiervan zijn de deportatiekampen van de Nazi’s, maar ook begraafplaatsen kunnen hier een voorbeeld van zijn. Het is onduidelijk of de populariteit van dark heritage sites ontstaat vanuit de vraag, of het aanbod ervan. Erfgoed maakt deel uit van de lokale identiteit van een plaats. Dit wordt echter vaak als ingewikkeld of ongewenst ondervonden wanneer er sprake is van een terrorscape. De samenleving wil er of niet aan herinnerd worden, schaamt zich ervoor of het doet te veel pijn. Daardoor kan het soms makkelijker zijn om niet te veel aandacht te geven aan deze lastige dark heritage sites. Daarentegen kan dit soort erfgoed ook worden gezien als een manier van realisatie over de huidige manier van leven waarin oorlog niet tot nauwelijks een rol speelt. Ook kunnen dit soort plaatsen mensen aan het denken zetten over het leven en de dood. Erfgoed herinnert ons niet alleen aan de welvarende en bloeiende perioden uit de geschiedenis, maar het kan ook als herinnering dienen aan traumatische gebeurtenissen.
EUTERPESTRAAT 99, AMSTERDAM
Dit artikel zoomt in op Euterpestraat 99 in Amsterdam Zuid. Het gebouw was ontworpen door architect Nicolaas Lansdorp in 1930. Het gebouw is tegenwoordig een beschermd monument vanwege zijn unieke architectuur (Monumenten.nl, 2018). Voordat de oorlog uitbrak was het gebouw op Euterpestraat 99 een school voor meisjes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest de meisjesschool plaats maken voor het hoofdgebouw van de SD en de Gestapo. Vanaf dat moment werd Euterpestraat 99 een gevreesde plek onder de Nederlandse bevolking. De Nazi’s organiseerden vanaf het hoofdkwartier de deportatie van de Joden. Bovendien werden er verdachten tegenstanders van het Nazisme en verzetsstrijders gemarteld, ondervraagd en zelfs vermoord (Joods Monument, 2018).
26 november 1944 was de dag dat de geallieerden besloten de Gestapo hoofdkwartieren te bombarderen. De achterliggende reden hiervoor was dat belangrijke documenten over verzetsstrijders en Joden vernietigd zouden worden. De bommen waren echter niet goed gecoördineerd waardoor de geallieerden 40 omliggende woningen vernietigden en 54 personen om het leven kwamen. Deze bombardementen waren een grote traumatische ervaring voor de overlevenden. Het Gestapo Hoofdkwartier bleef redelijk ongedeerd (afbeelding 3).

GERRIT VAN DER VEENSTRAAT 99, AMSTERDAM
Na de Tweede Wereldoorlog is de straatnaam veranderd naar Gerrit van der Veenstraat. Dit is tevens de straatnaam die tegenwoordig nog gebruikt wordt. Tegenwoordig is het voormalig Gestapo hoofdkwartier getransformeerd naar een middelbare school. Het exterieur van het gebouw is weinig veranderd. Enkel aan de binnenkant zijn de ruimtes die eerst martelkamers, gevangenissen en kantoren waren herbestemd tot klaslokalen. De school en de straatnaam zijn vernoemd naar de verzetsstrijder Gerrit van der Veen. Door de naamsverandering geeft ontstaat het gevoel dat mensen liever de geschiedenis van deze plek vergeten dan herinneren. Door de namen te koppelen aan een verzetsstrijder, wordt bovendien het beeld afgegeven dat men liever enkel aan de ‘goede dingen’ van de oorlog terugdenkt, dan aan de gruwelijkheden die zijn gebeurd op deze plek.
In de straat hangen twee herdenkingsplaten die betrekking hebben op de gebeurtenissen in het verleden. Het eerste bord hangt op het voormalige Gestapo gebouw (afbeelding 4). Het vertelt in een paar korte zinnen de activiteiten van de Gestapo, ook worden er een paar regels gewijd aan de bombardementen op de straat. Het is opvallend dat zowel de herinnering aan de aanwezigheid van de Nazi’s in het gebouw, als de misplaatste bombardementen, op een dezelfde plek worden herdacht. Het tweede bordje dat verwijst naar de terrorscape uit het verleden (afbeelding 5) hangt verder op in de straat onder het straatnaambordje. Deze tweede verwijzing herinnert ons aan de verzetsdaden van Gerrit van der Veen tegen de Nazi’s.

(Eigen fotografie)

(Eigen fotografie)
Behalve de informatiebordjes zijn er geen aanwijzingen dat er op deze plek traumatische gebeurtenissen hebben plaats gevonden. The conrector van het Gerrit van der Veen College, Jan-Willem Dienske, geeft in een kort interview aan dat hij het belang inziet dat zijn studenten bekend zijn met de geschiedenis van het gebouw. Tijdens geschiedenislessen wordt hier uitgebreid aandacht aan besteed. Bovendien probeert het college betrokken te zijn met evenementen rondom Bevrijdingsdag en de dag van Open Joodse Huizen van Verzet.
VERZETSSTRIJDER GERRIT-JAN VAN DER VEEN
Gerrit van der Veen (1902-1944) was een beeldhouwer in Amsterdam.
Hij maakte deel uit van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog,
in eerste instantie met name tegen de propagandisering van
kunst door de Nazi’s. Vervolgens werd hij actief in het
vervalsen van persoonsbewijzen voor onderduikers.
Samen met andere verzetsstrijders verbrandde hij
honderden persoonsdocumenten die werden gehouden door de
Nazi’s. Een aantal van zijn medestrijders werden gevangen
genomen. Toen Gerrit hen probeerden te bevrijden werd
hij zelf opgepakt en een week later geëxecuteerd
in Overveen (Stadsarchief, 2018).
Gerrit van der Veen wordt op verschillende plaatsen in de
stad herdacht op herdenkingsmonumenten voor zijn bijdrage aan
het verzet. Ook ontving hij nog na zijn dood een
onderscheiding voor zijn verzetsactiviteiten.
HET ERFGOED VAN HET GESTAPO VERLEDEN
De terrorscapes die overgebleven zijn van de Sicherheits Dienst (SD) en Gestapo zijn ook op andere plekken te vinden. Zo was het Scholtenhuis in Groningen een SD hoofdkwartier. Dit gebouw is vernietigd in 1945 zodat er geen associaties meer gemaakt konden worden met de gruweldaden van deze plek. Tot 1954 bleef de plek leeg totdat een studentenvereniging zich er vestigde. Tegenwoordig is het mogelijk om het Scholtenhuis te bezoeken met behulp van een virtuele tour met foto’s, video’s en interviews. Bovendien zijn er 3D-reconstructies gemaakt zodat bezoekers het gebouw kunnen beleven zoals het gedurende de Tweede Wereldoorlog was (Scholtenhuis, 2018).
De verschillen in omgang met het erfgoed hebben ook met andere factoren te maken, zoals de locatie van de terrorscape en de huidige bestemming van het gebouw. Het Scholtenhuis is namelijk gelegen in het stadscentrum van Groningen, terwijl Gerrit van der Veenstraat 99 in een woonwijk in Amsterdam Zuid te vinden is. Dit maakt dat het Scholtenhuis toegankelijker is voor bezoekers. Daarbij wordt het gebouw op de voormalige Euterpestraat tegenwoordig gebruikt voor een andere functie, een middelbare school, waardoor het lastiger en misschien ook minder gewenst is om te veel terug te grijpen naar de terreur die er ongeveer zeventig jaar geleden plaats vond.
CONCLUSIE
De herinnering aan de terrorscape van het voormalige Gestapo hoofdkwartier lijkt op het eerste gezicht nauwelijks aanwezig. Deze veronderstelling is gebaseerd op dat er weinig referenties te vinden zijn naar de activiteiten en misdaden van de Gestapo in en rondom het gebouw. Enkel een herdenkingsplaat met een aantal zinnen over de aanwezigheid van de Gestapo en de bombardementen in 1944 herinneren aan deze jaren. De naam Gerrit van der Veen is echter ook een verwijzing naar de oorlog, maar deze verwijzing doet meer denken aan de verzetsstrijder dan aan de misdadigers.
Desalniettemin, na contact te hebben gehad met de rector van de school, blijkt dat de school op andere manieren terug denkt aan het verleden. Door middel van betrokken te zijn bij opendagen over de Tweede Wereldoorlog, maar ook door bij te dragen aan een documentaire over Gerrit van der Veen en door het verleden van het gebouw te bespreken tijdens geschiedenislessen wordt het verleden herdacht.
Doordat het gebouw tegenwoordig een middelbare school is, is het ook lastiger om het verhaal te kunnen presenteren op een tastbare manier. Het voorbeeld van deze manier van erfgoed management laat zien dat verhalen van plekken ook op ontastbare manieren kunnen worden overgedragen door bijvoorbeeld geschiedenislessen en door deel te nemen aan herdenkingsdagen. De andere methode van het omgaan met een terrorscape dat kort onder loep was genomen, was van het Scholtenhuis in Groningen. Hierbij heeft de plek een museale functie gekregen om zo een groter publiek bekend te laten zijn met terreur die er heeft plaatsgevonden. Ten slotte kan er geconcludeerd worden dat het Gerrit van der Veen College op zoek is naar de juiste balans tussen het vervullen van de schoolfunctie als van de herdenkingsfunctie van het verleden van Euterpestraat 99. De school zou nog meer aandacht kunnen besteden aan het verleden van de Nazi’s in het gebouw, aangezien de focus vooral lijkt te liggen op de verzetsstrijders. Het zou juist ook interessant kunnen zijn om te laten zien wat voor terreur in Nederland plaatsvond voordat de slachtoffers werden gedeporteerd naar de kampen. Het college zou net zoals in het Scholtenhuis een virtuele tour kunnen organiseren eens in de zoveel tijd zodat bezoekers kunnen zien hoe de situatie er omennabij 70 jaar geleden uitzag. Het is immers van belang om terrorscapes niet te vergeten.
BRONNEN
Joods Monument (2018) Euterpestraat
Laarse, R. van der, Mazzucchelli, F., Reijnen, C. (2014) Traces of Terror, Signs of Trauma. 2014, Pp. 3- 20
Monumenten.nl (2018) Gerrit van der Veenstraat 99, Amsterdam
Scholtenhuis (2018) Scholtenhuis.nl
Gemeente Amsterdam (2018) Archief Amsterdam, Tweede Wereldoorlog, Aanslag bevolkingsregister
Stone, P. & Sharpley, R. (2008) Consuming dark tourism: A thanatological perspective. Annalsof Tourism Research. Vol. 35, No. 2, 2008, pp. 574-595
Geef een reactie